ZET ‘M OP! (GEEF ZE OP HUN KOP!)
Volkse meezingers, carnavaleske krakers en gevatte cabaretliedjes genoeg, als het om voetbalmuziek van Nederlandse bodem gaat, maar hoe zit het met categorieën als rock, blues, punk, reggae en aanverwanten? Een bloemlezing uit vijftig jaar ‘betere’ voetbalnederpop volgens zelfbenoemd deskundige Jimmy Tigges…
Jaap Dekker: Hup Holland hup (1974)

In aanloop naar het WK’74 in Duitsland blazen pianist Jaap Dekker en zijn Boogie Set met hun dampende versie het aloude ‘Hup Holland Hup’ nieuw leven in. De single verschijnt in het kielzog van de succesvolle lp ‘Nursery Rhymes’, vol opwindende boogie woogie-bewerkingen van traditionele kinder- en volksliedjes.
In hoeverre de opzwepende klanken hiertoe hebben bijgedragen is niet vast te stellen, maar Oranje haalt met oogstrelend totaalvoetbal de finale, die wel jammerlijk wordt verloren van de gastploeg.
Speed Twins: Football Song (1978)

De Arnhemse punkgroep Speed Twins hangt voorafgaand aan het WK’78 in het Argentinië van dictator Videla de vuile was buiten. Op de singlehoes steekt een met kogelgaten doorzeefd en bebloed Oranje-shirt aan een waslijn van prikkeldraad schril af tegen de strakblauwe lucht en het frisgroene gras. De heren houden sowieso niet van voetbal. ‘Everytime I turn my tv on/ I see some stupid guys kickin’ balls around’, spuugt zanger Jody Daniel met afschuw in de microfoon. ‘We háte football!’, klinkt het steeds bijtender naarmate dit plaatje vordert.
Henk Spaan: Stille Willem (1981)

Een lofzang op de spreekwoordelijke ploeteraar die zich de blubber traint en het vuile werk opknapt voor de grote jongens. ‘Willem is de bezem van het middenveld/ Zwoegen, schaven schoppen is het enige dat telt/ Voor maar weinig geld…’, zingt Henk Spaan. De karaktervoetballer moet het hebben van zijn loopvermogen, ‘geen gevoel voor de bal, ben je mal’. Hij is een stille, ‘doet zijn mond nooit open/ Altijd maar zijn best doen zo goed als hij kan.’ Een geslaagde bewerking van ‘Love Of The Common People’van The Everly Brothers.
Tröckener Kecks: Naar de top (1985)
Lees verder
Kecks-zanger Rick de Leeuw droomt weg bij een voetbalwedstrijd op de televisie. Het tempo is moordend, zo ook de muziek. ‘De trainer vloekt zijn jongens stijf/ Loopt dampend heen en weer’, hijgt De Leeuw in de microfoon, ‘Ze willen, dat staat buiten kijf/ Maar ze kunnen echt niet meer.’ De snerpende gitaren zwellen aan.
Het hechte vriendenclubje speelde elk elftal zoek, tot in de Europa Cup. In de finale, tegen Juventus, dreigt een fiasco. Ze staan achter en de spelers kunnen het tempo niet meer aan. Maar dan betreedt een onbekende het veld. Verslaggever Rik de Saedeleer blijft aanvankelijk kalm onder het oorverdovende publiekslawaai: ‘Invaller Rick de Leeuw voor het eerst aan de bal’, constateert hij nuchter, ‘mooi aangenomen…’, waarna de opwinding in zijn stem toeneemt: ‘hij passeert Boniek, speelt de bal tussen de benen van Platini door… duwt de bal voorbij Scirea en hij is dóór… blijft-ie kalm?’ En dan, als De Leeuw scoort: ‘…Goooal! Goal! Goal! Goal! Goal! Gooooooal!!!!…’
Normaal: Hup voetbal hup (1987)

IJzersterke titel van een loflied op de magie van een vol stadion. Met toeters, bellen, vlaggen steunen De Graafschapfans Bennie Jolink en zijn makkers hun club,
maar ze houden het wel gezellig: ‘Wi-j høken hier massaal, moar doet ‘t wel vocaal/ Wi-j schreeuwen met zien allen: Hup voetbal hup!’
Angst voor de tegenstander is er niet: ‘Wie de andere ploeg ok is, ‘t bunt der toch moar elf’, luidt hun nuchtere boerenwijsheid. Onversneden boerenrock, ontaardend in een carnavalesk ‘en van je héla héla héla hólala…’.
The Nits: J.O.S. Days (1987)

Spelen bij J.O.S. is een family tradition, bij de Hofstedes. Toch duurt de voetbalcarrière van zanger/tekstschrijver Henk Hofstede niet lang, met dank aan zijn platvoeten en zwakke knieën.
Tussen de twee velden valt hem het monument op met de namen van de gevallen clubleden tijdens de Tweede Wereldoorlog, onder wie ene Henk. Ook zijn voetbalcarrière was van korte duur: ‘He had my age, my first name/ He thought he would win, like in his J.O.S-days.’ Mooie mix van melancholie en tragiek.
Revelation Time: Captain Dread (1987)


Een ode aan Ruud Gullit door reggaeband Revelation Time: ‘He runs like lightning/ Thunder when he kicks the ball/ Don’t try to stop him/ Natty dreadlocks a go pass them all’.
Omgekeerd is ‘Captain Dread’ ook fan van de band. Op de opvolger ‘South Africa’ – een aanklacht tegen de Apartheid – is hij zelfs als gastzanger te horen: ‘South Africa downpresserman, you better go where you coming from’, adviseert hij de onderdrukkers. Drie weken na het winnen van het EK’88 met Oranje scoort Gullit ook nog een top 3-hit.
Brimstone: Rudy Reggae (1988)

In datzelfde succesvolle Oranjejaar neemt de Friese reggaeband Brimstone een ‘zonnige ode’ aan de Nederlandse Surinamer op. ‘Rudy Gullit (spreek uit: Coelit) is faster than a bullet’, rijmt leadzanger Willem Pen moeiteloos in ‘Rudy Reggae’(‘The king of soccer, he’s the best, so much better than the rest’). Brimstone komt uit Dokkum, volgens de persberichten ‘het Kingston van Europa’.
Frans: Beckenbauer (1989)

‘Béckenbauer, Béckenbauer, Béckenbauer…’, hatelijker dan door zanger D.V.P. van de Limburgse punkband Frans (!) zal de naam van een der grootste voetballers aller tijden zelden een microfoon zijn in gespuugd. En dan ook nog met de vernederende toevoeging: ‘Du bist nur ein Würstchen.’
Een sterk staaltje misplaatste overmoed na de uitschakeling van Duitsland door Oranje op het EK van 1988. Een half jaar na de single-release neemt der Kaiser als bondscoach van die Mannschaft revanche. Rücksichtslos. Zijn ploeg kegelt Nederland voortijdig uit het toernooi en wordt wereldkampioen.
Diverse artiesten: Nozems Go Roma (VPRO, 1990)

Rond dat WK Italia van 1990 laat het VPRO-programma Nozems-a-gogo acht Nederlandse acts een nieuw voetballied uitvoeren in de radiostudio. De opnames zijn nooit officieel uitgebracht, maar wel bewaard gebleven.
De overdonderende aftrap is van de moeder aller punkbands, Ivy Green uit Hazerswoude. Opzwepend gitaargeweld en opgewonden publieksgeluiden begeleiden een reeks onversneden voetbalclichés: ‘De bal is rond en het gras is groen, Oránje, Oránje/ De lucht is blauw en we worden kampioen, Oránje Oránje.’ Een onovertroffen staaltje eersteklas meezingpunk: ‘Hup kampioentje/ knal ’m erin!/ Zeven graden onder nul/ En van je hihahondenlul.’
De Dijk heeft de aloude ‘Koning Voetbal’-mars opgepimpt tot een eigentijdse ‘Koning Voetbalrap’: ‘Alle ballen diép en die cup die wordt van ons’, hamert Huub van der Lubbe erin, ‘kein keloel, daaro is ‘t doel’, gooit hij er ook nog een Happeliaanse aanwijzing uit.
Na de, met gesamplede commentatoren verweven, elektronicapunk in het ‘WK-theme’ van het Kudelstaartse Eton Crop, blijkt dat zanger Jan Paul van der Meij zijn eigenlijke roeping is misgelopen: ‘Als ik goed kon voetballen, speelde ik geen gitaar’, begint hij zijn nummer ‘Jongensstad’, waarin hij samen met zijn voetbalvrienden iedereen platspeelt. In zijn dromen dan.
Aan de Plastic Dolls blijkt die hele Oranjekoorts niet besteed (‘Lekker met zijn allen achter één doel staan: geen bal aan…’), psychobillyband Batmobile ziet het EK daarentegen vooral als een ‘bal… bal… vóétbal-bal…’
De Friese groep LUL (Lui Uit Leeuwarden) bedient zich van een steenkolenengels van pre-Van-Gaalse allure, met pareltjes als ‘It’s not your mother, kick the ball’. Afgaand op de titel, ‘Rudy Can’t Fail’, kan er weinig misgaan op het WK.
Raggende Manne: diverse tracks, vanaf 1990



Voor het WK USA in 1994 luidt de simpele aansporing op een relaxed dixielanddeuntje ‘Naar vore!’ (‘Trap de bal in het net: vet op de slof, vol op de wreef’).
Weer vier jaar later komen ze met het filosofisch getinte ‘Een bal is een bal’ (‘dus geef ‘m een knal/ Trap ‘m d’r in, dat leren geval’) en introduceren de Manne op dezelfde melodie een in gastland Frankrijk nog onbekende Nederlandse wijsheid: ‘Le Ballon Est Rond!’ Illustrator Sylvia Weve verzorgt de fraaie hoesontwerpen.
Voor het EK van 2008 heeft de zanger als FC Fosko nog eenmaal een gouden tip: ‘De bal moet in het net!!!” Aan Bob heeft het niet gelegen.
Slagerij van Kampen: Kick Off (1998)

Rond het WK in Frankrijk verschijnt het offciële World Cup ‘98-album ‘Allez! Ola! Ole!’
Tussen internationale grootheden als Ricky Martin, Jean Michel Jarre en Youssou N’Dour staat ook de Eindhovense percussieband Slagerij van Kampen. ‘Kick Off’ heet hun opzwepende, door opgewonden publieksgeluiden ondersteunde instrumental. De enige act in dit overzicht waarbij ook vrouwen betrokken zijn.
Trespassers W: De voetbal-cd (met boekje, 2001)

‘De voetbal-cd’ van Trespassers W (en poëet Didi de Paris) is de studioregistratie van een voetbalshow rond het in Nederland en België afgewerkte Euro 2000-toernooi.
Het Trespassers W-aandeel bestaat uit acht, door zanger-dichter Cor Gout geschreven, voetbalbiografieën en -karakteriseringen op opwindende, schurende muziek met hoekige wendingen.
Nummers over dribbelkoning Faas Wilkes, alleskunner Abe Lenstra en het mysterie Frans de Munck. De ‘Zwarte Panter’ kon niet alleen fantastisch keepen, maar ontpopte zich in Duitsland ook tot een bij de vrouwen geliefde B-filmster: ‘Frans de Munck, zwart als asfalt/ Zwart haar strak achterover gekamd/ Zwart zijn trui, zijn broeken, zijn sokken/ Zwart zoals Gene Vincent rockte’.
In ‘Gazza’, Italiaans voor ‘straatschoffie’, wordt Paul Gascoigne met pakkende binnenrijm geïntroduceerd: ‘Hij is tuig, hij is schuim/ Hij is een zuiper en een fluim’, met de onmiddellijke toevoeging ‘maar volstrekt onvergelijkbaar’.
‘Hollands Kwartiertje’ is een loflied op de supersub, de pinchhitter. De man die erin komt als het elftal vastzit en moet zorgen voor de verlossende treffer. ‘Gokken op de kopkunst van Nanninga, de Sturm-und-Drang van Youri, de flair van Pierre.’
Scheidsrechter Frans Derks bracht glamour en pedante eigenwijzigheid in het voetbal, schrijft Gout in het bijbehorend boekje. Hij was ‘coquet en opzichtig’, maar een ontegenzeggelijke autoriteit op het veld. Hij was, volgens de liedtekst, de ‘Versmelting van vorm en vent / kenmerk van De Dirigent’.
De laatste track is gewijd aan ‘de enige niet-automaat onder de hedendaagse voetballers’: ‘Bal in de ruimte/ Ongrijpbaar door zijn draaiing/ Zijn stijging en zijn onverwachte daling/ Onloochenbaar het werk van een groot kunstenaar’, klinkt het op een elektronische beat. Juist ja: Dennis Bergkamp, van wie Gout meent te kunnen verkondigen dat hij vliegt.
Meindert Talma: Eenmaal Oranje (2012), Balsturig (2019), Minna (2021)




Koning van de betere voetbalsongs Meindert Talma maakt drie thema-albums over voetballende helden en antihelden. Op ‘Eenmaal Oranje’ (2012) staan eenmalige internationals centraal, onder wie André Hoekstra (‘De koning van de kluts’) en de door faalangst bevangen keeper Theo Snelders. Hoog geeft Talma op van ‘Voetballers met baarden en snorren’. Op een bedje van zwaarwichtige gitaren en drums brengt de Fries al spreekzingend een legendarische overwinning van FC Wageningen in herinnering: ‘Met negen baardapen en twee snordragers’ bezorgde ‘een beest van een elftal, (…) met een slager, een bouwvakker, een monteur, een gymnastiekleraar en twee grafdelvers PSV op 21 december 1977 zijn grootste thuisnederlaag ooit: 1-6.’ Dat waren nog eens tijden. Met het verdwijnen van de snorren en baarden verdwenen ook de echte kerels uit de voetballerij, stelt Talma met spijt vast.
‘Balsturig’, heet zijn tweede voetbalplaat uit 2019. Over buitenbeentjes als Robben, Van Persie, Lenstra en Cruijff, maar ook Jan Blijham, Stijn Vreven, Abe van den Ban en Dick Nanninga en stadion de Langeleegte van SC Veendam. Daarnaast kruipt hij in de huid van onalledaagse trainers als Louis van Gaal (‘Als ik God zou zijn, zou ik alles winnen/ Maar ik ben God niet. Ik ben Louis van Gaal’) en Fritz Korbach die nooit ontkwam aan ‘de roep van de papegaaiensoep’.
Talma voltooit zijn trilogie in 2021 met de lp ‘Minna’, de bijnaam van Humphrey Mijnals, de eerste Surinamer in het Nederlands Elftal. Met liedjes over de naar FC Barcelona verkaste Frenkie de Jong (‘Daar is ie! In z’n hoodie/ Hee Frenkie! Hoe is ie?/ Trainingssessie/ Met Messi/ Hee Frenkie!’), over Simon Tahamata die droomt over de baai van Ambon, over Memphis Depay (‘Ik voel me relaxed omdat ik speel voor God/ Het helpt me bij een dribbel en een afstandsschot’) en – in ‘De Kromme huilt’ – over Van Hanegem, ‘Fenomeen met zijn linkerbeen/ Maar in het veld ook verschrikkelijk gemeen’.
Kort voor het WK 2022 in Qatar bezingt Talma een provinciegenoot die, als in een jongensboek, als 28-jarige ineens onder de lat staat bij Oranje: ‘the Tower fan de Jouwer/ Andries Noppert, ballenstopper.’
Bender: Wonder (2014)

Over een jongetje dat droomt van ‘het shirt met de Nederlandse Leeuw’, in een gerenommeerd radioprogramma benoemd tot het ‘meest intelligente Oranjelied’ rond het WK van 2014 in Brazilië.
Dat jongetje heet toevallig Bert Vissers, net als de zanger/gitarist van de in Nederlandse chansons gespecialiseerde groep. Evert ten Napel doet verslag als Bertje in de finale (tegen Brazilië), tussen grootheden als Cruijff, Lenstra en Moulijn, de winnende goal scoort. “Twee weken geleden speelde-ie nog in de C1 van BSM, nóóit van gehoord”, jubelt Ten Napel, om te eindigen met “Tsjongejongejonge, wat een wedstrijd zeg!’’. De speler op de prachtige hoesafbeelding heeft geen hoofd: als je het hoesje onder je kin houdt, kan je zelf dat voetballertje zijn.