MUZIKALIA (uit Platenblad nr 213, beknopte versie)

Over een hitsig dameskoortje, vijftig tinten grijs avant la lettre en waarom Alquin haar succes te danken heeft aan James Last.


Behalve den man die Almost Hear You Sigh het enige goede nummer vindt dat de Stones ooit gemaakt hebben, heb ik nooit een wonderlijker persoon ontmoet dan de lezer van den Vara-bode. In een krantenbericht las ik wat die de mooiste Nederlandstalige tekstregel aller tijden vindt: ‘Ik ken de kroegen, de kathedralen, van Amsterdam tot aan Maastricht/ Toch zal ik elke dag verdwalen, dat houdt de zaak in evenwicht’ , uit Laat Me van Ramses Shaffy. Gevolgd door ‘Dood ben ik pas als jij me bent vergeten’ (Bram Vermeulen) en op drie ‘Mens durf te leven’ , van Dirk Witte.

Allemaal geenszins slecht hoor, maar ik mis een beetje de humor. Onder het aloude EO-quizmotto Ik Weet Het Beter schoten mij direct strofen binnen als ‘Jippie-jahoo jippie-jahee/ Een echte cowboy houdt van aardappelpuree’ (Hugo Matthijsen) en het minstens zo geniale ‘Hij heeft een kwaaie tackle en zijn broer heeft een frituur’ (The Championettes over de Belgische voetballer Philippe Albert; ‘We zijn toch zo content met zo’ne sterke vent’ , reageert het hitsige damesfankoortje ook niet slecht).

Verder lijkt mij dat zo’n beetje alles van het door (de foute) Jacques van Tol geschreven repertoire voor Louis Davids hoger zou moeten eindigen, om nog maar te zwijgen van het complete oeuvre van Raymond van ’t Groenewoud of bovenal dat van de onlangs van ons heengegane Drs. P. Even zo goed blij dat het niet iets van Bløf is geworden.

Er ontvielen de liefhebbers behalve de doctorandus weer veel muziekhelden. James Last bijvoorbeeld, die fraaie funky albums maakte als Voodoo Party (met het zeer curieuze U-Humbah) en de eveneens zeer pruimbare lp Well Kept Secret, de swingende plaat waarmee hij (vergeefs) probeerde na de reeds veroverde rest van de wereld ook de Verenigde Staten in te palmen. James Last, zonder wie Alquin nooit een album bij Polydor had kunnen opnemen in een zee van tijd in een peperdure studio, vertelde mij laatst gitarist Ferdinand Bakker.
Leve James Last Op Klompen en het geld dat door de verkoop daarvan bij de platenmaatschappij binnenstroomde. Zeg niet dat de in kringen van zogeheten kenners vaak verguisde orkestleider geen rol van betekenis heeft gespeeld in de muziekhistorie.

Verder verlieten ons Albert West, Ornette Coleman, Thé Lau en wie weet wie nog meer in de weken tussen (excuus voor de in dit verband wat lugubere term) deadline voor en verschijningsdatum van Platenblad 213.
Laten we ook de betreurde Magali Noël niet vergeten. Speelde onder meer fraaie ranzige rollen in drie films van de door mij zeer hoog gewaardeerde Frederico Fellini.
Op de plaat wist deze dame eveneens van expliciete wanten, zo begreep ik van Radio Kees, die in zijn wekelijkse internetradioprogramma (http://radiokees.blogspot.nl/) het door Noël gezongen scabreuze chanson Fais-moi Mal Johnny draaide. In 1956 geschreven door Boris Vian als een van de allereerste oorspronkelijke Franstalige rock ‘n’ roll-songs.

Het nummer, dat in Frankrijk en België desondanks aardig wat bekendheid vergaarde, was vanwege de onwelvoeglijk geachte inhoud niet op radio te horen. Het schijnt zelfs dat het Vaticaan de tekst officieel afkeurde. Hoewel ik de tekst niet meteen thuis kon brengen (ja, die titel begreep ik wel) was het mij alleen al vanwege de toon van de af en toe beestachtig aanzwellende zang al snel duidelijk dat madame in dit nummer over ondeugend geachte zaken kond deed.

Ter bevrediging van mijn nieuwsgierigheid googlede ik naar de lyrics. Die zou ik vast wel begrijpen, met mijn dankzij mijn 9-jarige gedegen gymnasiumopleiding ruim aanwezige kennis van de Franse taal. Dat viel vies tegen. Het refrein leverde nog weinig problemen op: ‘Fais-moi mal, Johnny, Johnny, Johnny/ Envoie-moi au ciel… zoum!/ Fais-moi mal, Johnny, Johnny, Johnny/ Moi j’aime l’amour qui fait boum!’

Van de rest viel wel enige chocola te maken, maar de exacte portée ontging mij toch enigszins. Van Google Translate werd ik ook niet direct veel wijzer. Het vergt wat fantasie om je iets voor te stellen bij tekstregels als: ‘Hij stond op mijn benadering/ Staande, kleiner was hij/ Ik dacht dat het was in de zak/ Dit schattige één, dat is mijn bed/ Ik gebeurde aan schouder/ Maar hij gedrongen als elke was/ Hij volgde me naar mijn kamer/ En ik schreeuwde “Kom mijn wolf”.’

Gooi maar in mijn analoge pet. Gelukkig vond ik elders op internet een zeer acceptabel lijkende Engelse vertaling die zeker na doorvertaling naar het Nederlands hielp om mij een tamelijk juiste gang van de voorgespiegelde ontuchtige zaken voor te stellen.

Samengevat lokt de vrouwelijke ik-persoon een ‘klein, maar goed gebouwd mannetje’ naar haar slaapkamer. Zij moedigt hem daar aan met de woorden ‘kom op, mijn wolfje’ en verzoekt de slechts in gele sokken met blauwe strepen geklede dwerg om haar pijn te doen en zo naar de hemel te laten vliegen. Het mannetje begrijpt niet wat zij wil en vertelt haar dat hij nog geen vlieg kwaad doet. Boos roept ze dat ze geen vlieg is, terwijl ze hem in zijn gezicht slaat. ‘Doe me pijn Johnny!’

Als ze merkt dat hij niet geil van haar wordt begint ze hem wild te beledigen, in alle denkbare toonaarden. Dat maakt iets in hem wakker, hij zal haar eens goed fileren! Zo gezegd en eenmaal zo gedaan doet hij zijn kleertjes weer aan en daalt de trap af. Madame Noël achterlatend met ontwrichte schouders en blauwe plekken over heel haar billenpartij.
Enfin, vijftig tinten grijs avant la lettre. Als ik het originele EP’tje ooit te pakken krijg, krijgt die een mooie plaats in de reeds goed gevulde ranzige bak Musique Érotique.

Tot slot. Gerard Cox lag nogal onder vuur in de Volkskrant, vanwege zijn als grap bedoelde uitspraken over allochtonen. Over een andere choquerende uitspraak, aangaande mijn beroepsgroep, hoor of lees ik dan weer niks: “Journalisten? De ene helft van wat je zegt begrijpen ze niet, de andere helft schrijven ze verkeerd op.” Enfin.
Deze journalist (die ooit de heer Cox telefonisch mocht interviewen en over het geschreven resultaat daarvan geen klachten ontving) wenst u allen een mooie zomer. Voor je het weet is-ie weer voorbij!

www.jimmytigges.nl

Nog altijd te bestellen via Bol.com of via www.nederlandsesportboekenclub.nl: VOETBALPLAATJES, MAAR NIET VAN PANINI

Reacties zijn gesloten.