Hugh Hefner is overleden. In mijn geboortejaar 1953 was hij de oprichter van de Playboy, een tijdschrift dat sindsdien bekend staat om zijn interessante verhalen en interviews. En o ja, om de blote dames en de Playmate op de middenpagina’s natuurlijk.
Zelf heb ik eind jaren ‘90 het genoegen mogen smaken om een keer in de Nederlandse editie te staan. Nee, niet met een nietje door mijn navel, maar met een Top 30 van meest ranzige liedjes aller tijden en de nodige uitleg daarbij. Als ik mij goed herinner ontving ik daar het voor mij astronomische bedrag van 1250 gulden voor.
Met vriend Paul had ik al menig radioprogramma (voor de vermaarde Rotterdamse jongerenzender Radio Razor) en cassettebandje samengesteld op grond van steeds een ander thema. Toen ik in eerste instantie mijn Top 40 van ranzige liedjes had samengesteld en geschreven, bood ik het artikel aan de Playboy aan. Dat leek mij wel het meest logische medium om zo’n stuk te plaatsen. De toenmalige hoofdredacteur bleek een soort van fan te zijn. Hij had het boek Summertime, dat ik een paar jaar eerder had geschreven met Paul, aan zijn vriendin cadeau gedaan en vertelde mij aan de telefoon van onze schrijfstijl te houden.
Het artikel was wel wat lang en dus werd de lijst ingekort tot een top 30 en de door mij gesuggereerde titel ‘Filthy Forty’ vervangen door ‘Dirty Thirty’.
Toen mijn vriendin boodschappen ging doen bij de AH, vroeg ik haar of ze wat exemplaren voor mij wilde kopen. Ik vond het wel opwindend om te kunnen zeggen dat ik in de Playboy stond. Bij de kassa legde ze de bladen tussen de andere boodschappen op de rolband. “Mevrouw, dat zijn vijf Playboy’s!”, waarschuwde de verbouwereerde caissière mijn vriendin. “Ja, weet ik”, antwoordde laatstgenoemde alsof het de normaalste zaak van de wereld was voor een fatsoenlijke vrouw om vijf Playboy’s te kopen.