De Canadees Jason Brown is professor aan de Dalhousie University Halifax, Nova Scotia. En hij is Beatlesfan. Als wiskundige luistert hij ‘met een analytisch oor’ naar hun muziek, zo las ik in een uitnodiging die ik ontving.
Brown was vorige week in Nederland om op uitnodiging van TNO en TU Delft een lezing te komen geven over zijn specialiteit, network reliability. Het bureau Studium Generale maakte dankbaar gebruik van de gelegenheid door Brown uit te nodigen om twee dagen later in DOK (de Delftse bibliotheek) een lezing te geven ‘over de wiskundige raadsels achter de muziek van de Beatles’.
Verder las ik: ‘Met die “mathematical tricks” heeft hij zelf weer beatles-esque nummers geschreven, die hij dan ook ten gehore zal brengen met hulp van de (Nederlandse) band 2Big4Words.’ Dit alles onder de noemer Mathematics and music are a match made in heaven.
Dat ronkte veelbelovend.
Vorige week donderdag 14 juli was het zover. Ik had mijn komst braaf van tevoren laten noteren, zoals mijn contactpersoon-ter-plaatse had gevraagd. Dat bleek niet overbodig, want er hadden zich meer mensen aangemeld dan er plaats was. Ik schat dat er een paar honderd belangstellenden waren, beduidend meer dan de acht mensen die op Browns eerdere lezing over network reliability afkwamen, begreep ik van de inleider.
De lezing zelf was best wel onderhoudend, al was het maar vanwege het enthousisasme van de spreker, die af en toe de gitaar oppakte om alleen of met de gelegenheidsbandleden zijn hoorcollege muzikaal te illustreren.
Van zijn verhaal begreep ik om eerlijk te zijn geen hol. Nou ligt dat vooral aan mijzelf, want als niet-muzikant ben ik zeer slecht thuis in zaken als notenschrift en de structuur van muziek.
Brown vertelde over sinussen en cosinussen, over twee tonen die samen één toon vormen, vergeleek de eindeloos doorlopende Eschertrap met een eindeloos doorlopende octavenlus en toverde tabellen voor met allerlei indrukwekkende cijfers tot ver achter de komma. Verdomd interessant, maar jammer dat ik geen pet bij mij had om een en ander in te gooien.
Van mijn muzikaal wat beter onderlegde vriendjes, die mij na afloop meesleurden naar de dichtstbijzijnde kroeg, begreep ik dat Browns verhaal niet zo heel erg opzienbarend was, in de zin van totaal nieuwe gezichtspunten of ontdekkingen.
Vreemd vonden wij ook dat de Beatles eigenlijk maar een beperkte rol hadden gespeeld in Browns verhaal. En dat hij als een van de weinige voorbeelden van Beatlessongs met Mr. Moonlight juist een cover en dus niet een door de Beatles geschreven nummer had uitgekozen.
Hier moet ik met enige schaamte erkennen dat ik (als notoir Beatlesfan en –kenner sinds januari 1964) een tijdje tegen achteraf beter weten in keihard volhield dat Mr. Moonlight wel degelijk een authentieke Lennon/McCartney-compositie was.
Dankzij de moderne techniek was al snel uitgevonden dat die door mijn tafelgenoten hevig betwiste stelling niet klopte. Kostte mij mooi een rondje, maar afijn.
Ook via een andere bron begreep ik later dat het grootste deel van zijn verhaal algemene basismuziektheorie bevatte, ‘over hoe je een octaaf netjes in gelijke partjes verdeelt. Vroeger werd dit op het gehoor gedaan, nu kunnen wiskundigen het uitrekenen en blijkt het altijd al ongeveer goed geweest te zijn’.
Aardig vond ik het filmpje met een eigen song van Brown, geheel opgebouwd volgens de door hem geanalyseerde wiskundige beginselen zoals door de Beatles (onbewust) toegepast.
Zeer Beatles-esque en aangenaam in het gehoor liggend, maar, zoals een van mijn genoemde muziekvriendjes na afloop opmerkte: hij toonde daarmee perfect aan wat het verschil is tussen een echt Beatlesnummer (geschreven door mensen die bij wijze van spreken van wiskunde geen kaas hadden gegeten) en een wiskundig verantwoord opgezet nummer dat daar veel op probeert te lijken.
Alle elementen die een Beatlessong bijzonder maken ontbraken in professor Browns compositie.
Met 2Big4Words speelde hij live tweemaal Johnny B. Goode van Chuck Berry en nog wat nummers die niet allemaal van de Beatles waren. Een daarvan was een ander eigen Beatles-esque probeersel, waarin het vele ge-nanana wel wat kinderachtig overkwam.
De bepaald niet lelijke blonde zangeres van de band, die regelmatig met een onweerstaanbare blik vol bewondering en verlangen naar zanger/gitarist Brown op- en aankeek, maakte het ondergaan van het optreden meer dan goed.
The beauty en de nerd, zoiets. Onderliggende boodschap: wiskunde is sexy. One and one is one, zoals Medicine Head ooit berekende (over wiskundige raadsels in de muziek gesproken).
Ik heb even op internet gespiekt, de dame in kwestie heet Gertruud Scholte, artiestennaam Tuut. ‘Een echt podiumdier en geweldige vocaliste op alle fronten.’ Houd haar in de gaten, voordat ze naar Canada vertrokken is!
Don’t know much about geography
Don’t know much trigonometry
Don’t know much about algebra
Don’t know what a slide rule is for
But I do know that one and one is two
And if this one could be with you
What a wonderful world this would be
PS
‘Tuut’ zingt ook in een aantal andere bands, zoals Jazz or No. Dat dient uiteraard niet verward te worden met de vroegere Delfts getinte groep Need of Well.