Begin november 2009 presenteerde ik mijn eerste bundel Delftse Toeren, in de lokale bibliotheek. Na afloop wilde ik met een tiental anderen nog ergens wat gaan drinken.
Ik stelde voor om dat in het nabijgelegen Proeflokaal te doen, alwaar diezelfde avond een in Zappa-vertolkingen gespecialiseerde favoriete band van mij optrad, Cuccurullo Brillo Brullo.
Eenmaal gearriveerd bleek het café afgeladen. Niet geschikt dus om met zijn allen nog gezellig wat na te babbelen. We besloten ons heil elders te zoeken. Café Vlaanderen, leek mij wel wat. Daar zouden we ongetwijfeld ook onze Vlaming in de groep, Arnold, een groot plezier mee doen, grapte ik (want ik ben mij er soms eentje).
Toevallig was het net pauze bij het Proeflokaal. Veel bezoekers waren de overvolle tent even ontvlucht om buiten naar frisse lucht te happen onder het genot van een rokertje.
Onder hen ook twee CBB-groepsleden die mijn vriendin en ik kenden. Voor we doorliepen maakten we een kort babbeltje met beide muzikanten.
Enigszins verscholen achter hen stond een wat onopvallende man onopvallend te zijn. Een vijftigplusser, zo te zien. Hij was bezig met het rollen van een sjekkie.
Ik pijnigde mijn hersens met de prangende vraag, wie toch die man van het sjekkie was. Een bandlid leek mij, maar wie precies. En herkende ik hem nou of dacht ik dat maar? Had ik niet ergens gelezen dat de band sinds een tijdje alweer een nieuwe bassist had?
De onopvallende man, die zijn sjekkie inmiddels had opgestoken, hield zich zowel fysiek als verbaal voornamelijk op de achtergrond. Na een paar minuten wensten wij de heren veel verder speelplezier en gingen wij ons groepje achterna, op weg naar Vlaanderen.
Nog geen twee weken later zat ik aan de toog van mijn Delftse stamkroeg. Een bekende naast mij hoorde ik tegen een net aangeschoven persoon aan zijn andere zijde zeggen: ‘Weet je wie er is overleden?’ De persoon wist het niet en hoorde een tel later met verbazing en ontzetting het antwoord aan: ‘Frankie Papendrecht’.
Hé, die naam herkende ik. Het was een naam die altijd en overal opdook als er ergens in Delft of omstreken weer eens een bandje of een gelegenheidsband optrad. Frank Papendrecht.
De twee bargenoten, allebei muzikant, vertelden geschokt aan elkaar hoe ze beiden Frank kort tevoren nog waren tegengekomen. Hoe ze laatst nog met hem hadden samengespeeld. Want Frank speelde altijd en overal mee, was geliefd en ook nog eens een uitstekende bassist.
Langzaamaan begon het mij te dagen. Frank Papendrecht, ‘Frankie’, was natuurlijk de man van het sjekkie! Die had ik toch ook enkele malen zien optreden, bijvoorbeeld bij de in Delft vermaarde Let’s Stick Together-avonden. Een soort gelegenheids-supergroep met louter rasmuzikanten rondom Polle Eduard en Ferdinand Bakker.
Als schrijver over de Delftse muziek en muziekhistorie had ik al menig Delfts coryfee geïnterviewd. Frank Papendrecht zat daar niet bij. Meestal sprak ik de leider van een band, de zanger als boegbeeld of iemand die anderszins een vooraanstaande rol speelde op het besproken plaatje.
Frank was altijd de man die ergens half verscholen aan de zijkant van een podium stond. Onopvallend en bescheiden.
Bescheiden was hij ook in zijn muziek. Zoals CBB-zanger Reinier het later verwoordde: “Hij beheerste de kunst van het weglaten. Je vroeg je bij wijze van spreken af of hij nog wel op het podium stond, totdat je ineens achter je die ene belachelijk briljante noot hoorde.”
Frank Papendrecht speelde onder meer bij acts als de Margriet Eshuijs Band, The President, Urban Heroes en Kadanz.
De beroemdste single waarop hij (helemaal rechts op de hoesfoto) te horen is, is Sausolito Summernight, van Diesel. Met drummer, producer en oprichter Pim Koopman, gitarist Mark Boon en zanger/gitarist Rob Vunderink vormde hij de originele viermansbezetting.
Sausolito Summernight was in 1980 na Going Back To China en Down In The Silvermine de derde bescheiden Top 40-hit voor de groep. Vervolgens verliet Papendrecht Diesel. De bassist had genoeg van het drie keer per avond moeten spelen van Down In The Silvermine voor een meezingend publiek en sloot zich aan bij Meike Touw’s Tutti Frutti.
In 1981 voltrok zich een klein wonder: Sausalito Summernight (nu juist gespeld, met een A in de tweede lettergreep) haalde de 25ste plaats in de Amerikaanse Top 100 en bereikte in Canada zelfs de toppositie. Toen dat de band een Amerikaanse tour opleverde, had Papendrecht wel spijt van zijn vertrek.
De single werd in Nederland heruitgebracht, nu met de spetterende aanbeveling ‘US Hit! op de hoes’. Een nieuwe hitnotering bleef uit, maar desondanks groeide het nummer, ooit in twee uur tijd geschreven, uit tot een all-time radio classic.
In 2005 speelde Diesel het nog één keer in de originele bezetting, tijdens een benefiet in Nijmegen voor de slachtoffers van de zeebeving in Azië.
Frank Papendrecht was slechts 56 jaar toen hij in de nacht van 17 op 18 november 2009 het leven liet. Binnen een week overleed ook Pim Koopman, eveneens op 56-jarige leeftijd.
Op kerstavond 2011 kreeg Frank een prachtig muzikaal eerbetoon tijdens een tribute-avond onder de noemer Back To Frankie, in Café Verderop in Delft.
Puike optredens van Polle Eduard and Friends, Ferdinand Bakker and Friends en als afsluiter Cucurullo Brillo Brullo. De opbrengst ging naar het MS-fonds, de ziekte waaraan Frank Papendrecht leed en waarvan hij naar het einde toe steeds meer last ondervond. Het was een mooie avond, waarop ik het idee kreeg Frankie eindelijk een beetje te hebben leren kennen.
Een geweldige uitvoering van Sausalito Summernight vond plaats tijdens een tribute-avond aan Pim Koopman, in november 2010. Uitgevoerd door Kayak, ft Rob Vunderink en zanger Jeroen Englebert.