Over een hitsig dameskoortje, vijftig tinten grijs avant la lettre en waarom Alquin haar succes te danken heeft aan James Last.

Behalve den man die Almost Hear You Sigh het enige goede nummer vindt dat de Stones ooit gemaakt hebben, heb ik nooit een wonderlijker persoon ontmoet dan de lezer van den Vara-bode. In een krantenbericht las ik wat die de mooiste Nederlandstalige tekstregel aller tijden vindt: ‘Ik ken de kroegen, de kathedralen, van Amsterdam tot aan Maastricht/ Toch zal ik elke dag verdwalen, dat houdt de zaak in evenwicht’ , uit Laat Me van Ramses Shaffy. Gevolgd door ‘Dood ben ik pas als jij me bent vergeten’ (Bram Vermeulen) en op drie ‘Mens durf te leven’ , van Dirk Witte.
Allemaal geenszins slecht hoor, maar ik mis een beetje de humor. Onder het aloude EO-quizmotto Ik Weet Het Beter schoten mij direct strofen binnen als ‘Jippie-jahoo jippie-jahee/ Een echte cowboy houdt van aardappelpuree’ (Hugo Matthijsen) en het minstens zo geniale ‘Hij heeft een kwaaie tackle en zijn broer heeft een frituur’ (The Championettes over de Belgische voetballer Philippe Albert; ‘We zijn toch zo content met zo’ne sterke vent’ , reageert het hitsige damesfankoortje ook niet slecht).
Verder lijkt mij dat zo’n beetje alles van Lees verder…