Een single om mee te kunnen pochen bij de schoolmeisjes (uit: Delftse Toeren 2)

De in januari 1973 gelanceerde Alquin-single You Always Can Change was een track van de lp Marks, uit december 1972. De release van dat debuutalbum was de mooie afsluiting van een jaar waarin de bal ging rollen voor de reeds enkele jaren als Threshold Fear bestaande band.
“We waren allemaal student”, blikte drummer Paul Westrate in 2005 terug in AD Delft. “De afspraak was: in het weekend treden we op, doordeweeks studeren we. Toen kwam het aanbod van Paradiso, op een woensdagavond, in januari 1972. Dat konden we niet afslaan.”

De plannen waren ambitieus. “Wij wilden een platencontract hebben. Op eigen rekening en risico namen we in de aula, op een zondagmiddag ofzo, een demootje op met de apparatuur van de technicus van de TH, meneer Verschoor.”

‘Stond er ineens een man voor ons, met hoornen bril en een sigaar in zijn mond, met een platencontract te wapperen. Precies als in een jongensboek’

De demo werd opgepikt. Job Tarenskeen, ook in 2005: “In de begintijd traden we veel in studentenkringen op, onder meer in de aula van de TH. Die had een geweldige akoestiek. Daar is ook het contract getekend. We hadden er tentamens of zoiets. Stond er ineens een man voor ons, met hoornen bril en een sigaar in zijn mond, met een platencontract te wapperen. Precies als in een jongensboek. Harry Knipschild van Polydor. Toen bedachten we ook de naam Alquin, Threshold Fear vonden we te studentikoos.”

Ze namen een lp op die redelijk enthousiast werd ontvangen door de pop-pers. Hele mooie muziek, luidde de algemene teneur, de hokjesgeest superieur overstijgend, maar wel wat weinig teksten. Het Nieuwsblad van het Noorden (bron: www.alquin.org) loofde ‘het kunnen’ van de multi-instrumentalisten Job Tarenskeen (sax, percussie), Ronald Ottenhoff (sax, fluit), Dick Franssen (piano, orgel, e-piano) en Ferdinand Bakker (gitaar, piano, viool, arp-synthesizer, zang).

De krant schreef over een ‘analytische sound, die af en toe wel eens iets te klinisch aandoet’ en noemde de plaat een exotisch gerecht: ‘een smakelijke hap met snuifjes Focus, Solution, Ekseption en een mespuntje Pink Floyd. (…) De muziek is enerzijds heerlijk relaxing en anderzijds dwingend tot een sterke intellectuele beleving. Het ene moment is het geluid best ingetogen, bijna fragiel, het andere is ze uitermate swingend.’ Dan komen de klachten: ‘De teksten (in de loose-poetry-vorm) zijn te schaars op deze elpee. Sommige nummers vragen qua spanning gewoon om een tekstje.’ Gelukkig is zijn slotconclusie dat de muziek ‘zonder meer goed’ is.

Harry van Nieuwenhoven constateerde in Oor, tussen zijn loftuitingen door, dat in de door een aantal klassiek geschoolde musici gespeelde jazzy popmuziek de ‘verstandelijke en zeer muzikale benadering’ ten koste ging van de vrije artistieke expressie. Ook hij miste de teksten.
Hoewel Alquin zich vooral richtte op optredens en langspeelplaten, werd met You Always Can Change toch een single van dit album getrokken.

“Onze bassist Hein Mars kwam uit Den Haag”, vertelt Tarenskeen, auteur en zanger van het nummer. “Hein was daar opgegroeid met bands als de ‘Kjoe’ en de Earring. Hij wilde niks liever dan ook een single uitbrengen, om mee te kunnen pochen bij de schoolmeisjes. You Always Can Change werd automatisch de single, als enige vocale nummer dat kort genoeg was. Je hoort dat het geen typisch singlenummer is. Het is niet catchy. Je moet er voor gaan zitten, met een biertje erbij, en een paar keer luisteren. Een typische ‘na-middernacht-plaat’. Het werd geen hit, maar hij is toch best veel gedraaid.”

You Always Can Change is een weemoedig liedje, met een hoofdrol voor de piano van Bakker. Tarenskeen, over de totstandkoming: “Ik heb het stukje gecomponeerd, op een zondagochtend op de oude piano van mijn moeder, toen de hele familie naar de Heilige Mis was.”
‘The days are gone, sittin’ in the park/ The days are gone, kissin’ in the dark/ All alone’, luiden de mijmerende openingsregels.
“In die tijd ging ik in het park zitten en dan werd ik bevlogen door vreselijk romantische verlangens. Ik kreeg heel veel post door dat nummer, prachtige brieven van 16-jarige meisjes die op zoek waren naar de prins op het witte paard.” En dan, met enige spijt in de stem: “Die meisjes wilden altijd alleen maar praten.”

‘I’ll always remember how it used to be/ You always can change to a better life’, luidt de punchline. “Het gaat ook over een universeel verlangen: volg je hart, dan komt het goed. De houding van fuck-de-studie, ga doen wat je werkelijk wilt, wat dat ook is. Een nummer met een tweede laag.”
De onderliggende boodschap zou ook zomaar op de zes bandleden zelf kunnen slaan. Westrate, in 2005: “In die periode kwam de groep in een stroomversnelling. De muziek ging een steeds belangrijker rol spelen. Studie en muziek leden onder elkaar. Ik was eerstejaars, had niets te verliezen. De rest was wat ouder en dus verder met de studie. Toch besloten we allemaal om voor de muziek te gaan.”

Lp en single waren voorbode van de grote doorbraak in 1973. Westrate: “In juni stonden we op Pinkpop, dat was de grote klapper. Ik heb het optreden op een dvd, dan zie ik mijzelf in een roze satijnen tuinbroek, met rib-mohair truitje, gifgroene plateaulaarzen, opgemaakte ogen en een enorme bos haar staan spelen. Dat deed je allemaal, want je was ‘hip’. Zo liepen we ook door Delft. Ik was toen 18, 19 jaar.”

Westrate verliet Alquin in 1975, Tarenskeen nam zijn plaats in achter de drums.

Reacties zijn gesloten.